Geachte mevrouw van Nieukerken en mevrouw Bos,
dank u voor uw mailbericht. Wij volgen steeds met interesse uw opmerkingen en zorgen en bezien inhoeverre de COGEM daaraan argumenten kan ontlenen die kunnen worden weergegeven in onze signaleringen aan de ministers van VROM en LNV.
Daarnaast zal ik hierbij enkele korte reacties geven op uw standpunten.
U signaleert het gevaar van onkruiden op de akkers. Een van de voorbeelden is palmer pigweed dat tot een plaag dreigt te worden. Ik wil daarbij aantekenen dat het feit dat bepaalde gewassen resistentie tegen de glyfosaat bestrijding van onkruiden ontwikkelen er uiteindelijk toe zal leiden dat de gg-gewassen die ook resistent zijn tegen glyfosaat daardoor hun teeltvoordeel verliezen. Dat zal de zaden producenten dwingen om naar vervangers te zoeken. De natuur helpt u dus in uw streven om belemmeringen op te werpen tegen het gebruik van gg-gewassen in de landbouw. Het palmer pigweed is immers een natuurlijk gemodificeerd gewas dat weet te concurreren met de gg-gewassen.
Ik hoef u niet uit te leggen dat de COGEM nooit heeft gesteld dat gg-landbouw duurzaam is. De COGEM heeft steeds naar voren gebracht zich buiten deze discussie te houden. Wel heeft de COGEM mogelijkheden aangereikt om te beoordelen of inzet van bepaalde gewassen de landbouw duurzamer of juist niet maakt.
Overigens deelt de COGEM uw zorg naar mogelijke verwildering van gg-gewassen. Omdat deze gewassen niet of nauwelijks worden geteeld in Europa zal de COGEM in de VS waar dit al langer en grootschalig gebeurt een onderzoek laten doen of er mogelijk signalen zijn die in de praktijk op verwildering en uitkruising duiden.
Met hartelijk groet
Bastiaan Zoeteman